Martelaar voor de vakbondsstrijd


In de strijd voor een eerlijker en rechtvaardiger maatschappij zijn in ons land ook slachtoffers gevallen. In Nederland werd de vakbondsstrijd niet zo gewelddadig onderdrukt als in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Maar ook hier liet een enkeling het leven, omdat hij opkwam voor wat juist leek. Jacob Pantjes is een van hen.

Vlak na de Eerste Wereldoorlog en de revolutiepoging van Troelstra deden ondernemers en politici diverse concessies aan de arbeiders. Toen ze van de schrik waren bekomen én het economisch minder ging, kwamen ze vaak op hun toezeggingen terug. Zo kondigden de timmerfabrieken in 1922 aan dat de lonen omlaag moesten. De arbeiders en hun vakbonden verzetten zich hiertegen in een grote staking, waarbij het er soms hard aan toeging.

Strijdliederen en de Internationale klonken terwijl de rouwstoet door de stad trok

Op 4 mei ontaardde een confrontatie tussen stakers en ‘onderkruipers’ in een vechtpartij waarbij de 26-jarige Jacob Pantjes, een activist van het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS), recht in het hart werd gestoken. Duizenden mensen waren aanwezig bij de begrafenis van Pantjes, die luister werd bijgezet door het optreden van fanfare ‘Door het volk voor het volk’. Strijdliederen en de Internationale klonken terwijl de stoet door de stad trok. Het was een begrafenis die jaren later nog emoties opriep bij degenen die hem hadden meegemaakt.