Vrouwen in actie in 1882
Eind september 1882 staakten de vrouwen van de Leidse katoendrukkerij De Heyder. Zij voerden deze actie uit solidariteit met hun mannelijke collega’s. Het was al de tweede keer dat jaar. Bij hun actie was een lid van het ANWV betrokken.
‘Als wij werken, verergeren wij de toestand der mannen’
Eind september 1882 staakten de vrouwen van de Leidse katoendrukkerij De Heyder. Zij voerden deze actie uit solidariteit met de mannelijke collega’s. Wat was er aan de hand? Uit protest tegen een loonsverlaging legden 62 spreiendrukkers en dus ook de 150 vrouwen en meisjes het werk neer. De directie dreigde vervolgens met een uitsluiting, waarna de vrouwen en meisjes weer aan het werk gingen. De mannen gingen door met de staking, waarop ze inderdaad werden uitgesloten. Nu was het weer aan de vrouwen om in beweging te komen. Zij stopten opnieuw met werken. Bij deze schijnbaar spontane staking speelden vakbondsleden op de achtergrond echter een rol.
Toen de vrouwen voor de tweede keer het werk neerlegden, schreven zij een briefje met de volgende tekst:
‘Mijn heer
De rede waarom wij van morgen uit de fabriek zijn gebleven is dat wij niet aan het werk willen gaan omdat de mannen niet moogen werken. Zij(n) zijn daartoe genegen als zij hun loon krijgen en als wij werken verergeren wij de toestand der mannen.
Namen(s) de vrouwen en meiden
Johanna Kwestroo
Wij verzoeken beleeft antwoord terug’
Ze kregen geen antwoord. Wel is het briefje opgenomen in het archief van het bedrijf en schreef iemand er iets bij: ‘Schrijfster Naatje van Dam. In tegenwoordigheid van Johannes Beekman, Ko Erades, vd Bosch, een mijnheer met een houten been’. Daaruit blijkt dat de groepen arbeiders goed contact met elkaar hadden. Johanna Kwestroo, die namens de vrouwen ondertekende, was namelijk de vrouw van Johannes Beekman. Deze Beekman was niet alleen aanwezig bij het opstellen van het briefje, maar ook een van de mannelijke stakingsleiders. En hij had het er druk mee in 1882; er werd dat jaar vier keer gestaakt bij De Heyder.
Eerste sit-in staking
Op 29 juni legden de wevers het werk neer tegen een loonsverlaging. Na afloop van deze verloren staking gingen de meesten van de 300 stakers weer aan het werk. Ruim een week na de werkhervatting ontsloeg de directie Beekman omdat hij een van de stakingsleiders was.
Uit protest legden zijn collega’s het werk neer. Ondanks sommaties van de politie weigerden de negentig stakers de fabriek te verlaten. Ze gingen pas aan het eind van de dag weg. Door hun weigering van het terrein af te gaan, voerden zij onbewust de eerste Nederlandse bedrijfsbezetting of sit-in staking. Beekman mocht op dat moment overigens niet terugkomen; de solidariteitsactie van zijn collega’s was tevergeefs. Later werd hij wel weer aangenomen. Hij blijkt dan niets van zijn strijdbaarheid te hebben ingeleverd, in september staakte hij gewoon weer mee. En zijn vrouw ook.
Een lastige vakman
Van de stakingen in 1882 is een lijst met deelnemers bewaard gebleven, opgesteld door de fabriek. Op die lijst staat uiteraard de naam van drukker Beekman ‘in wiens huizen de brieven geschreven zijn’ en dat hij op 18 oktober het werk weer hervatte voor een weekloon van 11,36 gulden. Uit andere gegevens blijkt dat Beekman tot zijn pensioen in 1912 bij De Heyder bleef werken. Hij was blijkbaar een lastige arbeider, maar ongetwijfeld ook een vakman. Anders valt niet te verklaren waarom de fabriek hem zo lang in dienst hield. Bij Johanna Questroo staat op de stakerslijst ‘Vrouw van I. Beekman. Zij ondertekende de brief van 25 september waarin de vrouwen aankondigden met de mannen mee te staken’. Zij ging pas op 22 november weer aan het werk.
Vakbond actief
Verder zoekend naar de overige namen op de stakersaankondiging in september, blijkt iets verrassends. De man met het houten man kunnen we uiteraard niet identificeren en Naatje van Dam staat niet op de stakerslijst van de fabriek. Erades wel. Bij zijn naam is niet veel vermeld, behalve dat hij 12,75 per week verdiende en verzocht heeft weer aan het werk te mogen. Niet genoemd op de lijst is Van den Bosch. Vermoedelijk werkte Van den Bosch in deze tijd bij dekenfabriek Zaalberg. In het socialistische blad Recht voor Allen van 16 september 1882 stond namelijk een bericht dat er problemen waren bij Zaalberg over te weinig uitbetaald loon. J.J. van den Bosch van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond (ANWV), de eerste landelijke vakcentrale van ons land, had hierover geklaagd. Een week later berichtte het blad dat het achterstallige loon was nabetaald, maar dat Van den Bosch ontslag had gekregen. Waarschijnlijk was hij niet veel later dus ook betrokken bij de staking bij De Heyder.
‘Wilde’ staking?
Het verrassende hieraan is dat zelfs bij een spontane staking als deze toch een vakbondsman betrokken blijkt te zijn. Stakingen komen niet zomaar uit de lucht vallen, maar zelfbewuste individuen spelen een grote rol. Dat bleek trouwens niet alleen bij deze Leidse staking, maar is door de hele geschiedenis waarneembaar. Om nog een voorbeeld te noemen: in 1972 vond een zeer grote staking in de Nederlandse metaalsector plaats. Tienduizenden werknemers legden drie weken lang het werk neer zonder enige steun van de vakbonden. Die hielden zich namelijk aan een rechterlijk verbod op staken dat op dat moment gold. De staking was dus officieel wild, maar vriend en vijand zijn het erover eens dat de staking vooral werd geleid door vakbondskaders. Net als in 1882 bij De Heyder.